De faillissementswet wordt per 1 januari 2019 gewijzigd
Gepubliceerd op 16th Nov 2018
De Nederlandse faillissementswet is 125 jaar oud en in bepaalde opzichten dus niet meer van deze tijd. In de faillissementswet uit 1893 is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met zaken zoals pre-packs, buitengerechtelijk akkoord, digitaal procederen, digitaal communiceren, hoge aantal lege boedels (bijv. internetbedrijven en/of lease constructies), (ingewikkelde) faillissementsfraude en/of de invloed van Europese regelgeving en ontwikkelingen.
Hoewel het niet gelukt is om de faillissementswet te vervangen met een geheel nieuwe wet (laatste poging was het "Voorontwerp Insolventiewet" uit 2007), heeft de faillissementswet sinds 1893 (gelukkig) heel wat updates gehad.
De meest recente update, de Wet modernisering faillissementsprocedure (de WMF), wordt op
1 januari 2019 van kracht (zie koninklijk besluit). De WMF, is onderdeel van het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht dat in 2012 door de Minister van Veiligheid en Justitie is geïntroduceerd. Het doel van de WMF is om de faillissementsprocedure efficiënter en transparanter te maken en de WMF bevat daarom o.a. de volgende wijzigingen.
Het bevorderen van de digitalisering van de faillissementsprocedure en verbetering van de toegankelijkheid tot informatie
Als onderdeel van een breder hervormingsprogramma voor rechtspraak in Nederland (het KEI programma (Programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak)) zijn er aantal wijzigingen doorgevoerd met als doel de procedure verder te digitaliseren en informatie sneller beschikbaar te maken.
Lokale insolventieregisters van rechtbanken worden vervangen door 1 centraal insolventieregister.
Uiteindelijk zal een faillietverklaring door een rechtbank vrijwel direct in het centraal register gepubliceerd moeten worden. Deze wijziging wordt echter nog niet van kracht op 1 januari 2019, maar op een later tijdstip vanwege de noodzakelijke integratie met andere ontwikkelingen onder het KEI programma.
Het is ook de bedoeling dat via het centraal register meer informatie kan worden gedeeld In lagere regelgeving zal worden bepaald wat voor informatie in het register wordt opgenomen (bijvoorbeeld het inschrijven van beschikkingen van de rechtbank of rechter-commissaris).
De rechtercommissaris kan bepalen of een vergadering van schuldeisers elektronisch of fysiek plaatsvindt. Hierdoor kan het proces sneller verlopen en worden ook kosten bespaard (bijv. zaalhuur en reiskosten).
De curator hoeft de beschikkingen van de rechter-commissaris (bijv. wanneer de verificatievergadering plaatsvindt) niet langer per brief mede te delen aan schuldeisers, maar kan dat ook op andere schriftelijke wijze doen (per e-mail of via website). Deze informatieplicht van de curator blijft bestaan naast de informatie die via het centraal register zal worden verstrekt.
De versnelling van de faillissementsprocedure
Schuldeisers die verzuimen om hun vordering in te dienen op de datum die de rechter-commissaris heeft bepaald, verliezen het recht om hun vordering in te dienen ter verificatie. Op grond van het nieuwe artikel 161a Fw kan, indien het faillissement is geëindigd met een akkoord (artikel 161 Fw), een dergelijke vordering die niet binnen de termijn ter verificatie is ingediend niet langer afgedwongen worden.
De curator krijgt de mogelijkheid om zonder rechter-commissaris goederen onderhands te verkopen indien de waarde onder de EUR 2.000 blijft.
De curator kan zelf vorderingen op de lijst voor verificatie zetten (onder huidige recht kan dit alleen op initiatief van de schuldeiser zelf). Deze bevoegdheid is met name nuttig bij faillissementen met veel schuldeisers, waar de financiële administratie goed op orde is en waar veel boedelactief is.
Meer mogelijkheden voor maatwerk
De rechter-commissaris hoeft niet langer binnen 14 dagen na (in kracht van gewijsde) faillissement de datum van de verificatievergadering te bepalen, maar mag dat naar eigen inzicht doen.
Er is meer vrijheid tot instellen van schuldeiserscommissie (niet meer gebonden aan maximaal aantal van 3).
Het bevorderen van specialisatie bij de wetgever en ondersteuning bij het wetgevingsproces
Benoemen van meerdere rechter-commissarissen zodat rechter-commissarissen met bijzondere expertise kunnen worden ingezet op specifieke onderdelen van een faillissement.
Mogelijkheid voor rechter-commissaris om deskundigen te benoemen die assisteren bij specifieke vragen.
Overgangsrecht
Faillissementen die voor 1 januari 2019 worden uitgesproken vallen nog onder het oude recht.
Conclusie
De WMF is een welkome aanvulling op de faillissementswet en draagt bij aan een efficiëntere en snellere afwikkeling van faillissementen en daarmee waarschijnlijk ook een hogere opbrengst voor de crediteuren.